Het Kanunnikenhuis
De kanunniken van Boxtel
Op Duinendaal, naast de St. Petrusbasiliek, staat een charmant, wit huisje uit de zeventiende eeuw. Dit is het Kanunnikenhuisje, inmiddels een Rijksmonument. De naam verwijst naar de kanunniken (ook wel ‘koorheren’ genoemd) die vanaf de vijftiende eeuw in Boxtel actief waren. Deze kanunniken waren priesters die in het kerkbestuur zaten, samen met een andere kerkelijke functionaris: de deken. Zo’n bestuur van kanunniken en deken heet een ‘kapittel’. Vandaar dat de St. Petrusbasiliek ook bekend staat als ‘kapittelkerk’.
Zingen en bidden
De Boxtelse kanunniken hadden meer vrijheid dan bijvoorbeeld monniken die in een klooster woonden. Zo leefden ze niet verplicht samen in een gemeenschap. Ook mochten ze privébezittingen hebben. Ze moesten wél de wetten van de Rooms-Katholieke Kerk volgen en verantwoording afleggen aan de bisschop. Ook moesten ze doen wat in hun functieomschrijving stond, zoals het beheren van de gebouwen en het bijhouden van de financiën van de St. Petrusbasiliek. Verder waren ze verplicht dagelijks een eredienst op te dragen in de kerk, biddend en zingend in koor.
Toestroom van bedevaartgangers
Het waren ridder Hendrik van Ranst (Heer van Boxtel) en zijn echtgenote Hendrika van Haaften die de kanunniken in 1493 naar Boxtel haalden, met goedkeuring van de prins-bisschop van Luik. Aanleiding was de toestroom van bedevaartgangers uit het hele land. Die hadden Boxtel in het vizier gekregen sinds het Heilig Bloedwonder in de Boxtelse kerk had plaatsgevonden. Door de toenemende drukte was er behoefte aan een groter kerkbestuur en een koor dat altijd paraat stond om in de kerk te zingen. De komst van de kanunniken liet Boxtel stevig in aanzien groeien.
Praalgraf in de kerk
Om de Heer Van Ranst en zijn vrouw te bedanken voor wat zij voor de Boxtelse kerkgemeenschap hadden betekend, kregen zij in de St. Petrusbasiliek een praalgraf cadeau. De koorbanken van de kanunniken stonden eromheen. Zowel het graf als de koorbanken zijn rond 1793 opgeruimd. In 1820 werd het kapittel als bestuursvorm opgeheven. Daarmee kwam er ook een einde aan de aanwezigheid van kanunniken in Boxtel.
Kanunnikenhuisje zonder kanunnik..?
Het kanunikkenhuisje staat er sinds het midden van de zeventiende eeuw. Maar vermoedelijk hebben er nooit kannuniken in gewoond. Het Kanunnikenhuisje was waarschijnlijk vooral in gebruik als bijgebouwtje, al is het regelmatig wel degelijk bewoond geweest, maar dan door thuiswevers. Er zat ook ooit een kaarsenmakerij in, op nr. 9. Hier maakte de koster kaarsen voor de kerk. Ook heeft het huisje nog dienst gedaan als blauwververij voor het verven van werkkleding van boeren.
Verwoestende brand
Na de Tweede Wereldoorlog werd het Kanunnikenhuisje een onderkomen voor de scouting. Deze had er – voor extra inkomsten – ook een opslag voor oud papier. Hier brak in 1989 een brand uit die een groot deel van het pand in de as legde. In 1992 werd het Kanunnikenhuisje gelukkig gerestaureerd. Sindsdien staat het er weer in volle glorie bij. Het lieflijke pandje is nu deels een woning en deels een museum (‘De Canonije’) om de herinnering aan de kanunniken levend te houden.
Kanunniken bestaan nog
In Boxtel zijn al lang geen kanunniken meer actief. In andere plaatsen zijn nog wel kanunniken in kerkbesturen vertegenwoordigd. Het gaat dan om gemeenten met een kathedraal, zoals ’s-Hertogenbosch, Roermond en Haarlem.