De Dommelbrug

Nederzetting aan het water

Boxtel en de Dommel, ze horen bij elkaar. De ruim 120 kilometer lange rivier stroomt langs Kasteel Stapelen om, dwars door het dorpscentrum, Boxtel weer uit te stromen. De aanwezigheid van water levert hier prachtige natuur op met veel – soms zeldzame – plant- en diersoorten. Het water heeft ook voor een groot deel bepaald hoe Boxtel zich door de eeuwen heen ontwikkelde. Want ooit was hier niets, alleen een zandvlakte. Pas later kwam er water. Toen de mens ontdekte dat de grond hier dankzij dat water erg vruchtbaar was, ontstonden de eerste nederzettingen. Ze vormden het prille begin van wat later Boxtel zou worden.

‘Duthmala’

De Dommel wordt voor het eerst beschreven in bewaarde papieren uit de achtste eeuw. Daarin gaat het over bezittingen ‘gelegen aan de Duthmala’ die geschonken zouden zijn aan de rooms-katholieke aartsbisschop Sint Willibrord. In de naam ‘Duthmala’ is ‘Duth’ mogelijk afgeleid van dodde (riet). ‘malen’ verwijst naar ‘stromen’.

Het verband tussen de Alpen en de Dommel

Het ontstaan van de Dommel gaat tot wel 135 miljoen jaar terug, toen de vorming van de Alpen op gang kwam. Verschuivende aardplaten duwden de aardkorst alle kanten op. Daardoor  ontstonden ook in noordelijker gelegen landen zoals België en Nederland hoogteverschillen in de bodem. Die zie je terug in de vorm van heuvels en slenken (lagere delen). Eén van die slenken is de Roerdalslenk in het zuidoosten van Nederland. In deze slenk stroomde op een bepaald moment water. En daaruit is de Dommel ontstaan.

Van Peer via Boxtel naar Den Bosch

De Dommel ontspringt in België, ten zuiden van Peer. Vanaf daar stroomt de rivier 35 kilometer noordwaarts naar de Belgisch-Nederlandse grens. In Nederland stroomt het water ongeveer 85 km verder door Noord-Brabant. Via Eindhoven, Sint-Oedenrode, Boxtel en Sint-Michielsgestel vloeit de Dommel bij Den Bosch samen met de Aa om als de Dieze uit te monden in de Maas. 

Watermolens en scheepvaartverkeer

Waar het verval groot genoeg was, stonden er watermolens aan de Dommel. In Boxtel waren er twee, aan de Molenstraat. Beide molens moeten hier eeuwenlang hebben gestaan, minstens vanaf het jaar 1300. De molens produceerden onder meer veevoer, bewerkten wol en maalden graan. De Dommelbedding was ter hoogte van de molens extra breed. Dat had te maken met vaarverkeer: al vanaf de 14e eeuw vonden de producten van de watermolens per boot hun weg naar klanten. En andersom kwamen grondstoffen via het water naar de watermolens toe. Daarmee is de Dommel onmisbaar geweest bij de vroege industriële ontwikkeling van Boxtel.

‘Palingdorp’ Boxtel

Het helder stromende water van de Dommel bood een rijkdom aan vissoorten. Moeiteloos visten vissers hier op snoeken, grondels en baarzen. Opvallend: er werd in Boxtel heel veel paling gevangen. Dat was het bewijs dat de Dommel een erg gezonde rivier was. Helaas bleef dat niet zo. Want in de vorige eeuw kwam er erg veel afvalwater in de Dommel terecht, afkomstig van huishoudens en de groeiende industrie. Om de vervuiling tegen te gaan, is er in 1960 een waterzuiveringsinstallatie bij Eindhoven gebouwd. Boxtel kreeg er zelf ook één, in 1963.

‘Steentje’ bewaakt de orde op de Dommeloever

Het park van Kasteel Stapelen wordt grotendeels omgeven door de Dommel. Om daar te komen, kun je ter hoogte van de Burgakker een boogbruggetje van beton oversteken. Dit werd in 1935 gebouwd, ter vervanging van een houten exemplaar. Rechts van dit bruggetje, op de oever van de Dommel, staat een huis dat vroeger een dienstwoning was van Kasteel Stapelen. Hier woonde Grard van der Steen. Hij werd als ‘Steentje’ wereldberoemd in Boxtel. Dat kwam vooral door zijn werk in de kerk: tussen 1905 en 1939 was hij ordebewaker in de St. Petrusbasiliek. Het was vooral een erefunctie. Thuis, in zijn huis aan de oever van de Dommel, had dat ‘orde bewaken’ een serieuzer ondertoon. Hiervandaan hield Steentje de veiligheid van Park Stapelen in het oog.